vrijdag 11 september 2009

25 leuke, grappige en mooie quotes

1) Shoot for the moon. Even if you miss you will land among the stars. (onbekend)

2) Girls are like phones. They love to be held, they love to be talked to, but if you push the wrong button you'll be disconnected. (onbekend)

3) Knowledge is knowing a tomato is a fruit. Wisdom is not putting it in a fruit salad. (?)

4) Ik glimlach omdat ik je zus ben. Ik gniffel omdat je daar niets aan kunt doen. (onbekend)

5) Leven is meervoud van lef. (Loesje)

6) The man who smiles when things go wrong has thought of someone to blame it on. (Robert Bloch)

7) The average woman would rather have beauty than brains, because the average man can see better than he can think. (onbekend)

8) Politici op hyves: nu kunnen we allemaal aan vriendjespolitiek doen. (Loesje)

9) Dreams that do come true can be as unsettling as those who don't. (Brett Butler)

10) The greatest pleasure in life is doing what people say you cannot do. (Walter Bageholt)

11) I do believe in fairies. I do! I do! (Peter pan)

12) I have opinions on my own -- strong opinions -- but I don't always agree with them. (George Bush)

13) Hoezo illegaal? Ik mag toch wel mijn eigen leven leiden!? (Loesje)

14) Als er rust is in je hart, is er ruimte voor een ander. (onbekend)

15) There is always some madness in love. But there is also always some reason in madness. (Friedrich Nietzsche)

16) Be my mirror, my sword and shield (Coldplay)

17) Verzekeringen: bleek mijn levensstijl onder natuurrampen te vallen (Loesje)

18) We don't always get to choose what we love. (Scott Westerfeld)

19) Boeken zijn mijn minnaars, ik ga elke avond wel met een ander naar bed (weet ik even niet meer).

20) A woman can forgive a man for the harm he does her... but she can never forgive him for the sacrifises he makes on her account. (W. Somerset Maugham)

21) Love all, trust a few, do wrong to none. (William Shakespeare)

22) He who has a thousand friends, has not a friend to spare. And he who has one enemy, will meet him everywhere. (Ali ibn-Abi-Talib)

23) Whatever it is, I didn't do it! (onbekend)

24) There is only one good, knowledge, and one evil, ignorance. (Socrates)

25) Verliefd op vrijheid. En jij mag me vangen (Loesje)

woensdag 9 september 2009

Kaboutertje Leanne - deel 3

Als een panter sloop hij door het gras. Een zwarte gedaante, op weg naar de slapende Leanne. Hij had zorgvuldig een goed moment afgewacht. Bijna was hij bij het kaboutertje aangekomen. Hij boog zich over haar heen en legde een hand op haar mond, zodat ze niet zou schreeuwen.

Leanne, die 's nachts altijd door haar mond ademt, werd onmiddellijk wakker. Ze keek recht in 2 vriendelijke groene ogen. Maar hoe vriendelijk die ogen ook waren, Leanne raakte in paniek. Ze lag in de velden met niemand in de buurt en een wildvreemde hield een hand voor haar mond. Dat was een goede reden om in paniek te raken, toch? Ze trapte zo wild als ze kon met haar benen en probeerde met haar handen aan de baard van de man te trekken (hij had dus een baard). Het hielp allemaal niets. Hoe oud en grijs de man ook leek, hij was vele malen sterker dan Leanne. Dat verwonderde haar, omdat ze zo veel klom kon ze zelfs de sterkste jongens in haar eigen dorp aan. Een oude man zou dan toch geen probleem moeten zijn?

Toen begon de man te praten. "Hallo schone jongedame. Wees maar niet bang. Ik ben Merlijn. Ik ben een tovenaar. Maar een goeie hoor! Ik vroeg me af wat zo'n jong meisje alleen in de velden doet. Besef je wel dat dat hartstikke gevaarlijk is? Iedereen zou je kunnen ontvoeren, verkrachten en wat dan ook. Nee, het is ontzettend gevaarlijk wat je doet. Ga mee naar mijn huis. Ik heb een bed waar je de rest van de nacht kunt slapen. Morgen kan ik je wat eten meegeven en de weg wijzen als je dat wilt."

Leanne wist niet wat haar overkwam. Ze vroeg zich af of de man het goed bedoelde. De opmerking van Griselda was diep in haar achterhoofd nog steeds aanwezig. Ze dacht even na. Toen besloot ze dat een tovenaar met de naam Merlijn wel een goede tovenaar moest zijn. Slechte tovenaars hebben immers hele andere namen.

Toen Merlijn zijn zachte hand van haar mond haalde antwoordde ze dan ook dat ze mee zou gaan. Samen pakten ze haar spullen in en al gauw gingen ze op weg naar het huis van Merlijn. Het kaboutertje had geen idee waar dat huis zou zijn. Er waren toch geen huizen in de buurt? Maar Merlijn pakte zijn toverstaf, zwaaide er allerlei ingewikkelde bewegingen mee en sprak zo mogelijk nog ingewikkeldere woorden uit. Plotseling verscheen er voor hen een klein huisje.

Leanne keek vol bewondering naar het tafereel dat zich voor haar afspeelde en liep daarna achter Merlijn mee naar binnen. "Wil je voor je slapen gaat nog een kop thee?" vroeg de oude tovenaar. Nou, dat wilde Leanne wel! Ze was het zat de hele dag water te drinken en het begon nog op te raken ook. Ze plofte neer op de sofa bij het haardvuur terwijl Merlijn in de keuken aan de gang was. Wat ze niet wist, was dat Merlijn verdovingsmiddelen in haar drankje deed. Na het opdrinken van de thee voelde ze zich dan ook heel slaperig. Ze viel om en Merlijn bracht haar naar bed.

Het bed stond in een klein kamertje met een gedeeltelijk glazen wand. Zo kon de tovenaar haar extra goed in de gaten houden. De deur deed hij op slot.

De volgende dag werd Leanne wakker (ja, duh, anders was ze dood!). Ze had niet door dat er iets mis was, tot ze de deur open probeerde te doen. Het ging niet! Ze keek door het glas en zag Merlijn staan. Het kaboutertje gebaarde naar de tovenaar dat ze vast zat en vroeg of hij haar wilde bevrijden. Maar Merlijn schudde van nee!

Word vervolgd.

Kaboutertje Leanne - deel 2

Huppelend en fluitend liep ons aller favoriete kaboutertje door het bos. Ze telde vol spanning de bomen, benieuwd naar het land aan het einde van de rij met 381 bomen. Van haar kabouterpapa Hugo had ze een kaart gekregen van de hele wereld voor zover die bij de kaboutertjes bekend was. Die kaart was door de grote koning Coenraad van het land zelf gemaakt! Papa Hugo probeerde zo zijn schuldgevoel af te kopen. Je vraagt je vast af wat voor schuldgevoel... Kabouter Hugo was eigenlijk heel blij dat hij van Leanne af was. Het was dan wel zijn dochter, maar ze was raar en eigenwijs. Ze was helemaal niet zoals een kaboutertje hoorde te zijn. Een schande voor het dorp, maar vooral ook voor Hugo. En Hugo was in dienst van koning Coenraad. Hij hoopte binnenkort promotie te maken tot 237e adviseur van de koning. Een dochter als Leanne kon zijn carrière flink in de weg staan! Maar omdat het toch zijn dochtertje was had hij haar dus een kaart van Coenraad gegeven.

Leanne zelf had niks door en vond haar vader de meest geweldige man die er bestond. Daarom huppelde ze nu dus onbezorgd en fluitend door het bos. Het einde van de bomenrij kwam steeds dichterbij. Daarachter was het land van de machtige koning Nouhou. Aan zijn zijde stond een verstandige koningin. Ze heette koningin Ellende. Niet omdat ze ellende veroorzaakte, nee hoor! Juist omdat ze zo goed alles hielp oplossen in haar land, dat niet veel groter was dan het land van koning Coenraad, waar Leanne woonde.

Ze knoopte haar paars gestippelde knapzak open en haalde er het brood uit dat haar kaboutermama had gebakken. Heerlijk! Ze maakte zich nog totaal geen zorgen. Ze had voor 2 dagen eten bij zich en ze zou vast en zeker vanzelf iets vinden om geld mee te verdienen. Eigenlijk was Leanne nog maar een tienerkaboutertje. Ze dacht niet vooruit, genoot en verwachtte geen problemen. Eigenlijk precies zoals de mensentieners zijn!

Maar dat gaf nu allemaal nog niet. Ze liep verder tot het eind van de bomen en kwam bij de grens. Een grote bewaker keek haar kwaad aan. "Wat moet jij hier?" vroeg hij nors. Met haar alleronschuldigste stemmetje antwoordde Leanne dat ze de wereld aan het ontdekken was. De bewaker lachte haar vierkant uit, maar liet haar wel verder gaan. (Nadat er de nodige stempels waren gezet in haar paspoort natuurlijk.)

Een beetje beledigd liep Leanne verder. Een flink stuk moest ze de velden door voor ze bij de stad kwam en het werd al bijna donker. Het kleine kaboutermeisje met de paarse gestippelde knapzak besloot vast een slaapplekje te zoeken. In de wijde omtrek waren er geen kabouterhuisjes te bekennen. Er was eigenlijk helemaal niemand te zien. Het was uren geleden dat ze de grens was gepaseerd en ze had de hele middag over kleine zandpaadjes gelopen zonder andere kabouters tegen te komen. Met haar tondeldoos maakte ze een vuurtje en van stro en gras maakte ze een plekje om te liggen. Zo zou ze de nacht wel doorkomen!

Het duurde lang voor ze in slaap viel. Steeds hoorde ze rare geluiden en ze begon nu wel een beetje bang te worden. Misschien had ze die reis wel niet moeten beginnen. Wat verlangde ze nu naar de beschermende armen van haar papa en de warme chocolademelk van haar mama! Na uren draaien en woelen viel ze dan eindelijk in slaap.

Maar wat ze niet wist was dat iemand haar van een afstandje in de gaten hield. De onbekende kwam uit de struiken te voorschijn en begon zich langzaam naar Leanne te begeven...

Word vervolgd.

dinsdag 8 september 2009

Eikeltjesgooiende sadist

In een boom zat 'ie. Best hoog, goed verscholen tussen de o zo mooie bladeren van een beukenboom. Op het eerste gezicht was het een schatje. Met pretoogjes keek hij me aan. "Kijk mij hier eens zitten", leek hij te willen zeggen. Maar hij zei niets. Zwijgend liet hij zijn blik over me gaan.

Intussen draaiden mijn hersenen overuren. Waarom zat die leukerd mij vanaf een tak in een beukenboom aan te kijken? Waarom keek hij überhaupt naar mij? Ik snapte er geen Brabantse (gehakt)Bal van.

*POK*

AUW. Een eikel op mijn hoofd. Wát!? Een eikel op mijn hoofd? Ik sta hier verdorie onder een beukenboom. Hier klopte iets niet. Furieus keek ik naar boven. Gniffelend zat hij me aan te kijken. Er kwam geen woord uit, maar ik zág in zijn ogen dat hij het expres deed. Een eikeltjesgooiende eikel. Kwaad liep ik weg. Daarmee erkende ik mijn verlies niet, o nee. Ik ging wraak nemen. Meedogenloos. Ik ben geen eikel, maar wel zo hard als steen als het even moet, dus zocht ik een steen om die gek van de tak af te kegelen.

Geconcentreerd zocht ik mijn doelwit. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes en zag hem tenslotte weer zitten. Een beetje verschoven, een beetje beter verstopt. Ik gooide. Pats. Een vogel vloog verschrikt op. Het was mis. Meters ernaast raakte mijn steen een eikenboom.

Gefrustreerd ging ik zitten. Tegen een boom aan. Helaas was ik even vergeten dat dit de bewuste beukenboom was. Met de eikel erin.

*POK*

Terwijl mijn hand de schade op mijn hoofd inspecteerde keek ik naar je. Waarom bekogelde je me met eikels? Waarom lachte je erom? Ik weet zéker dat je lachte. Je had er gewoon lol om. Je bekogelde me verdomme expres met eikels.

Ellendige Sadist dat je bent.

Stomme eekhoorn.