woensdag 9 september 2009

Kaboutertje Leanne - deel 3

Als een panter sloop hij door het gras. Een zwarte gedaante, op weg naar de slapende Leanne. Hij had zorgvuldig een goed moment afgewacht. Bijna was hij bij het kaboutertje aangekomen. Hij boog zich over haar heen en legde een hand op haar mond, zodat ze niet zou schreeuwen.

Leanne, die 's nachts altijd door haar mond ademt, werd onmiddellijk wakker. Ze keek recht in 2 vriendelijke groene ogen. Maar hoe vriendelijk die ogen ook waren, Leanne raakte in paniek. Ze lag in de velden met niemand in de buurt en een wildvreemde hield een hand voor haar mond. Dat was een goede reden om in paniek te raken, toch? Ze trapte zo wild als ze kon met haar benen en probeerde met haar handen aan de baard van de man te trekken (hij had dus een baard). Het hielp allemaal niets. Hoe oud en grijs de man ook leek, hij was vele malen sterker dan Leanne. Dat verwonderde haar, omdat ze zo veel klom kon ze zelfs de sterkste jongens in haar eigen dorp aan. Een oude man zou dan toch geen probleem moeten zijn?

Toen begon de man te praten. "Hallo schone jongedame. Wees maar niet bang. Ik ben Merlijn. Ik ben een tovenaar. Maar een goeie hoor! Ik vroeg me af wat zo'n jong meisje alleen in de velden doet. Besef je wel dat dat hartstikke gevaarlijk is? Iedereen zou je kunnen ontvoeren, verkrachten en wat dan ook. Nee, het is ontzettend gevaarlijk wat je doet. Ga mee naar mijn huis. Ik heb een bed waar je de rest van de nacht kunt slapen. Morgen kan ik je wat eten meegeven en de weg wijzen als je dat wilt."

Leanne wist niet wat haar overkwam. Ze vroeg zich af of de man het goed bedoelde. De opmerking van Griselda was diep in haar achterhoofd nog steeds aanwezig. Ze dacht even na. Toen besloot ze dat een tovenaar met de naam Merlijn wel een goede tovenaar moest zijn. Slechte tovenaars hebben immers hele andere namen.

Toen Merlijn zijn zachte hand van haar mond haalde antwoordde ze dan ook dat ze mee zou gaan. Samen pakten ze haar spullen in en al gauw gingen ze op weg naar het huis van Merlijn. Het kaboutertje had geen idee waar dat huis zou zijn. Er waren toch geen huizen in de buurt? Maar Merlijn pakte zijn toverstaf, zwaaide er allerlei ingewikkelde bewegingen mee en sprak zo mogelijk nog ingewikkeldere woorden uit. Plotseling verscheen er voor hen een klein huisje.

Leanne keek vol bewondering naar het tafereel dat zich voor haar afspeelde en liep daarna achter Merlijn mee naar binnen. "Wil je voor je slapen gaat nog een kop thee?" vroeg de oude tovenaar. Nou, dat wilde Leanne wel! Ze was het zat de hele dag water te drinken en het begon nog op te raken ook. Ze plofte neer op de sofa bij het haardvuur terwijl Merlijn in de keuken aan de gang was. Wat ze niet wist, was dat Merlijn verdovingsmiddelen in haar drankje deed. Na het opdrinken van de thee voelde ze zich dan ook heel slaperig. Ze viel om en Merlijn bracht haar naar bed.

Het bed stond in een klein kamertje met een gedeeltelijk glazen wand. Zo kon de tovenaar haar extra goed in de gaten houden. De deur deed hij op slot.

De volgende dag werd Leanne wakker (ja, duh, anders was ze dood!). Ze had niet door dat er iets mis was, tot ze de deur open probeerde te doen. Het ging niet! Ze keek door het glas en zag Merlijn staan. Het kaboutertje gebaarde naar de tovenaar dat ze vast zat en vroeg of hij haar wilde bevrijden. Maar Merlijn schudde van nee!

Word vervolgd.

3 opmerkingen:

  1. Tot nu toe een heel cool verhaaltje:D
    maar wel een beetje jammer dat ik gemeen ben...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik heb inside information: je bent niet gemeen, dat denk je maar!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ach jij hebt niet te klagen.. Jij bent de boze tovenaar(tot nu toe, Ellen loog niet;)) maar.. Ik heb geen die wat er nog allemaal met mij gaat gebeuren:P

    BeantwoordenVerwijderen